Wat betaal ik voor een kot in Brussel Gent Leuven Hasselt Kortrijk?
Op zoek naar een kot voor het komende jaar? Of je wilt weten of de prijs die je nu betaalt hoger of lager ligt dan de gemiddelde prijs van een kot in Vlaanderen?
Wel, de prijs die je betaalt voor een kot hangt af van de locatie. De duurste stad om op kot te gaan (gemiddeld gezien) is Brussel. De goedkoopste studentenstad in Vlaanderen is Hasselt. Naast locatie is de grootte van je kot natuurlijk ook een factor die de prijs mee gaat bepalen. Verder zijn er ook nog andere factoren: ligt het kot dat je wilt in het centrum of eerder aan de rand van de stad? Moet je een douche delen met twee of met vier (of meer)? Moet je zelf de gang kuisen of komt er elke week een kuisploeg dit doen wat inbegrepen is in de prijs of niet? Allemaal zaken waarop je moet letten natuurlijk wanneer je op zoek bent naar een kot en als je koten gaat vergelijken qua prijs.
Dus, wat is nu die gemiddelde prijs per kot? We sommen het hier even voor je op, per studentenstad:
- In GENT betaal je gemiddeld 320 euro voor een kot. Een van de duurdere steden om op kot te gaan.
- LEUVEN heeft een gemiddelde prijs van 252 euro als je op kot wilt.
- ANTWERPEN 280 euro om daar op kot te gaan.
- De duurste studentenstad is BRUSSEL waar je maar liefst 324 euro betaald gemiddeld gezien voor je kot.
- Als gemiddeld goedkoopste stad met 220 euro hebben we nog HASSELT.
Deze prijzen zijn dus het ‘absolute gemiddelde’: dit wilt zeggen dat er niet is gekeken naar gelijkaardige koten om die te gaan vergelijken. De gemiddelde grootte van een kamer in Diepenbeek is 12 vierkante meter. In de andere steden ligt deze gemiddelde oppervlakte hoger. Zo heeft een Gentse student een gemiddeld kot van 21 vierkante meter, meteen het grootste gemiddelde van heel Vlaanderen. De reden dat de koten in Hasselt zo laag zijn, is omdat Hasselt zelf probeert om deze prijzen zo laag mogelijk te houden. Dit doen ze door met de verhuurders afspraken te maken hierover.
Algemeen is er wel een trend: er zijn meer studenten, maar de koten nemen niet toe. Dit wilt zeggen: meer studenten voor het zelfde aantal koten. Met als gevolg: duurdere koten dus. Maar Hogescholen en Universiteiten zien deze stijging aan als een bedreiging: als de koten in hun stad te duur worden, dan kan het zijn dat de student naar een andere stad gaat studeren. Zij grijpen dus in waar mogelijk en trachten zelf ook goedkope koten aan te bieden. Daarnaast zorgt de stad zelf ook voor méér koten in hun stad zodat de prijs wat daalt.